Grondreinigingsbedrijven in problemen

Van het ANP

Grondreinigingsbedrijven in problemen

 

MOERDIJK(ANP) - De elf grondreinigingsbedrijven in Nederland zitten in de problemen. Aannemers zien op grote schaal af van het gebruik van gereinigde grond bij bouwprojecten omdat ze het risico te groot vinden dat er toch vervuilende stoffen in de grond zijn achtergebleven.

 

Dat zei W. Hulshof, voorzitter van de Vereniging van Projectmatige Grondreinigingsbedrijven (NVPG) en directeur van Afvalstoffen Terminal Moerdijk vrijdag.

 

Aanleiding is een partij van 300.000 ton zand die gebruikt is bij de reconstructie van de snelweg A16 en de hogesnelheidslijn bij Breda. Het zand, dat was gecertificeerd als zogeheten categorie-1 zand, bleek zodanig vervuild te zijn dat het in feite categorie-2 zand betrof. Het was volgens de standaardprocedure van de overheid gekeurd op acht zware metalen, minerale oliën en pak's. Inspecteurs die op grond van het Bouwstoffenbesluit controleren, kijken echter naar 150 stoffen.

 

Onderzoek

 

Veel van die 150 stoffen komen van nature in lage concentraties in de grond voor. Het gaat dan bijvoorbeeld om antimoon, sulfide en fluoride. Naar stoffen die van nature in de grond kunnen voorkomen, wordt bijna nooit onderzoek gedaan.

 

Volgens de NVPG bestaat er door deze manier van keuren eigenlijk geen schone grond meer in Nederland. Hulshof: ,,Wij werken volgens de standaardregels van de overheid. Alleen wanneer bij de eerste keuring van de grond blijkt dat er een bepaalde verontreiniging is, kijken we verder naar andere stoffen''.

 

Overleg

 

Half augustus gaan de NVPG en de aannemersbranche in overleg met het ministerie van VROM. Als er geen oplossing komt, is dit het einde van het hergebruik van bouwstoffen, vreest Hulshof. ,,Het hergebruikcircuit staat op het spel. Dan moet er weer zand uit zee gewonnen worden en krijgen we weer grindafgravingen waar we nu juist van af wilden.''

 

Rijkswaterstaat heeft intussen onderzoek laten doen naar de manier waarop het vervuilde zand bij Breda kan worden afgedekt. De dienst heeft hiervoor voorstellen voorgelegd aan de gemeente Breda. Die wil echter zwart op wit dat de maatregelen afdoende zijn om gevolgen voor het milieu te voorkomen. Deze harde conclusie mist zij, volgens een woordvoerster in de onderzoeksrapporten.